Rijksmuseum verwerft vier zoutvaten van zilversmid Johannes Lutma na restitutie
Publicatiedatum: 04 juli 2023 - 06:00
Het Rijksmuseum heeft twee paren bijzondere zilveren zoutvaten van de beroemde Amsterdamse zilversmid Johannes Lutma verworven. Deze gedeeltelijk vergulde zoutvaten behoren tot de belangrijkste voorbeelden van de Nederlandse edelsmeedkunst van de zeventiende eeuw. Een paar van de zoutvaten was sinds de jaren zestig te zien in het Rijksmuseum, het andere paar in het Amsterdam Museum. Voor de Tweede Wereldoorlog waren ze alle vier in het bezit van de Joodse Emma Budge uit Hamburg. De zoutvaten werden, na haar dood in 1937, verkocht op een veiling waarvan de opbrengst naar de nazi’s ging en niet naar haar nazaten. Onlangs besloot de Restitutiecommissie dat de zoutvaten moesten worden teruggeven aan de erven.
De aankoop is mogelijk dankzij de steun van de VriendenLoterij, het Mondriaan Fonds, de Vereniging Rembrandt en particuliere schenkers via het Rijksmuseumfonds. Vanaf 6 september zijn de vier zoutvaten te zien in een speciale presentatie in het Rijksmuseum, waarbij ook het verhaal van Emma Budge wordt verteld.
Deze prachtige zoutvaten behoren tot de weinig overgebleven voorbeelden van Johannes Lutma’s virtuositeit, waarmee hij zo beroemd werd in de zeventiende eeuw. Dat we ze nu als ensemble kunnen tonen maakt het extra bijzonder. Met deze restitutie en aankoop doen we recht aan de geschiedenis.
Quote Taco Dibbits, hoofddirecteur Rijksmuseum
Johannes Lutma
Johannes Lutma (1584-1669) was de belangrijkste Amsterdamse zilversmid van de zeventiende eeuw. Hij was een tijdgenoot en vriend van Rembrandt, die een geëtst portret van hem maakte. Ook werd hij bezongen door Joost van den Vondel en andere dichters. Binnen het oeuvre van Lutma, waar slechts weinig van bewaard is gebleven, zijn de zoutvaten absolute topstukken. Ze laten zien hoe hij de kwabstijl voor het eerst combineerde met een klassieke vormentaal. Lutma zelf moet ze ook als doorbraak hebben gezien. Toen hij zich in 1638 samen met zijn vrouw Sara de Bie liet portretteren door de Amsterdamse schilder Jacob Adriaensz. Backer, liet hij zich afbeelden met een van de zoutvaten. Deze portretten bevinden zich in de collectie van het Rijksmuseum en zullen straks samen met de twee paren zoutvaten uit 1639 en 1643 worden getoond.
Ensemble
Van groot (kunst-)historisch belang is ook dat ze vermoedelijk onderdeel hebben uitgemaakt van een groter ensemble, dat op een bijzonder vroeg moment als één geheel ontworpen is en in verschillende fasen is uitgevoerd. De voeten zijn hetzelfde maar de figuren en de bekroningen zijn verschillend uitgewerkt, waardoor beide paren een eigen identiteit hebben. Uit de eerste helft van de zeventiende eeuw zijn maar enkele ensembles bewaard, waarvan de onderdelen in veel minder vergaande mate op elkaar zijn afgestemd. Dergelijke uitzonderlijk kostbare ensembles konden op tafel staan bij belangrijke diners, van zeer vermogende kunstliefhebbers, maar ook bijvoorbeeld bij een schutterij of admiraliteit.
Emma en Henry Budge
Voor de oorlog waren deze zoutvaten in het bezit van het Joodse echtpaar Emma (1852-1937) en Henry Budge (1840-1928) uit Hamburg. Zakenman en bankier Henry en zijn vrouw Emma brachten een omvangrijke kunstverzameling bijeen. Het echtpaar hield zich daarnaast bezig met liefdadigheid en droeg onder meer bij aan de oprichting van de Universiteit van Frankfurt.
Gedwongen verkoop
Na de dood van Emma Budge in 1937 werden haar bezittingen geveild in Berlijn bij het geariseerde veilinghuis Paul Graupe. De opbrengst is nooit bij de erven terecht gekomen, maar werd geconfisqueerd door de NSDAP. Waarschijnlijk werden de vier zoutvaten verkocht aan een Duitse handelaar genaamd Greatzer, over wie verder weinig bekend is. Uiteindelijk belanden de vier zoutvaten in de beroemde collectie zilver en Amstelodamensia van W. J. R. Dreesmann. In 1960 werden ze op een veiling van de collectie Dreesman aangekocht door de gemeente Amsterdam en het Rijk en belandden twee van deze vier zoutvaten in het Amsterdam Museum en twee in het Rijksmuseum.
Onderzoek
Onderzoek van het Amsterdam Museum stelde in 2013 vast dat hun twee zoutvaten een verdachte herkomst hadden. Daarop startte het Rijksmuseum een onderzoek naar de twee zoutvaten in de rijkscollectie en deze werden een jaar later ook als verdacht uitgelicht op de eigen website en die van de Museumvereniging. Vanaf 2014 bestempelden restitutiecommissies in meerdere landen de veiling van de nalatenschap van Emma Budge in 1937 als onvrijwillig waarna de erven verschillende zilveren en porseleinen kunstvoorwerpen, tapijten en bustes terugkregen uit onder meer het Victoria and Albert Museum, het Boston Museum of Fine Arts en van het Duitse voedingsmiddelenconcern Dr. Oetker. In Nederland kwam de restitutiecommissie in 2018 tot dezelfde conclusie en werd de bronzen sculptuur ‘Mozes’, toegeschreven aan Alessandro Vittoria, uit de collectie van De Fundatie in Zwolle teruggegeven.
Claim
Na het advies van de Nederlandse restitutiecommissie in 2018 dienden de nazaten van Emma Budge een claim in voor de twee zoutvaten in de collectie van het Rijksmuseum, de twee zoutvaten uit de collectie van het Amsterdam Museum en twee objecten uit de collectie van het Kunstmuseum in Den Haag. Op 16 november 2022 verscheen het advies van de Restitutiecommissie dat deze werken moeten worden teruggegeven. Voor de zoutvaten in het Amsterdam Museum was het advies bindend. Voor de zoutvaten uit het Rijksmuseum volgde de Staatssecretaris van Cultuur dit advies op en besloot op 5 december 2022 tot restitutie van de zoutvaten. Op 12 mei 2023 werden de zoutvaten door de Nederlandse Staat en de gemeente Amsterdam teruggegeven aan de erven van Emma Budge. Die dag verkochten de erven de vier zoutvaten aan het Rijkmuseum. Vanaf 6 september zullen ze alle vier in het Rijksmuseum te zien zijn, waarbij het museum blijvend aandacht zal besteden aan het kunsthistorische belang van de stukken én de herkomst- en restitutiegeschiedenis van de zoutvaten.
Herkomstonderzoek Rijksmuseum
Het Rijksmuseum doet sinds 2012 met een team van vijf specialisten onderzoek naar de herkomstgeschiedenis van objecten die onder druk van nazivervolging onvrijwillig uit Joods bezit geraakt zijn. Doel van het onderzoek is om objecten waarbij sprake is van roof, confiscatie en onvrijwillig bezitsverlies onder druk van het naziregime, aan het licht te brengen en zo snel mogelijk openbaar te maken. Daarnaast wil het Rijksmuseum dat de menselijke verhalen en de familiegeschiedenissen die uit dit onderzoek naar boven komen, verteld worden in het museum en een vanzelfsprekende plek krijgen binnen het verhaal van de geschiedenis van Nederland.
De aankoop van de vier zoutvaten is mogelijk gemaakt dankzij steun van de VriendenLoterij, het Mondriaan Fonds, de Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Themafonds Zilver), en via het Rijksmuseum Fonds: het Ernst Nijkerk Fonds, het Ton en Judy van Heuzen-Dijksma Fonds, de nalatenschap van de heer H. de Looper en een anonieme schenker.
Het Rijksmuseum is dankbaar voor alle vormen van steun die het mag ontvangen. Subsidie van de overheid, bijdragen van het bedrijfsleven en fondsen, schenkingen, nalatenschappen en Vrienden zijn essentieel voor het Rijksmuseum.
Downloads
Ensemble van vier zoutvaten, Johannes Lutma, 1639-43. Aankoop met steun van de VriendenLoterij, het Mondriaan Fonds, de Vereniging Rembrandt, en via het Rijksmuseum Fonds: het Ernst Nijkerk Fonds, het Ton en Judy van Heuzen-Dijksma Fonds, de nalatenschap van de heer H. de Looper en een anonieme schenker.