Rijksmuseum verwerft 18de-eeuws glas met portret Betje Wolff dankzij genereuze schenking
Schrijversduo Betje Wolff en Aagje Deken in glas herenigd
Publicatiedatum: 20 juli 2021 - 07:00
Dankzij een genereuze particuliere schenking heeft het Rijksmuseum een uniek 18de-eeuws glas kunnen verwerven met een gegraveerd portret van Betje Wolff. Een vergelijkbaar glas met de beeltenis van Aagje Deken was al in de collectie van het Rijksmuseum. Het schrijversduo Wolff en Deken, beroemd om hun roman Sara Burgerhart is met stippelgravures geportretteerd op de glazen, een techniek die zelden voor vrouwenportretten werd toegepast.
Naar aanleiding van deze aanwinst is tot en met 14 november in het Rijksmuseum een kleine tentoonstelling te zien over de glazen en de schrijvers.
Eerste moderne roman
Elisabeth (Betje) Wolff-Bekker (1738–1804) en Agatha (Aagje) Deken (1741-1804) hadden een van de meest intense vriendschappen uit de literaire geschiedenis. Ze woonden en schreven samen, en waren onafscheidelijk tot hun dood. Hun grootste literaire succes was de Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart, een briefroman uit 1782. Het boek wordt gezien als de eerste moderne roman van Nederland en is een typisch document van de Verlichting dat vrouwen aanspoort tot zelfstandig denken. De Sara Burgerhart is opgenomen in de Canon van Nederland. Wolff en Deken schreven ook gedichten, brieven en pamfletten. Ze bemoeiden zich met politieke en maatschappelijke kwesties. Ze sloten zich in 1786 aan bij de patriotten, een beweging die streed voor democratisering en zich verzette tegen het stadhouderschap van de Oranjes. Voor vrouwen uit de burgerij paste het echter niet om deel te nemen aan politieke acties.
Pendanten
Het Rijkmuseum is sinds de jaren ’50 in het bezit van het glas met het portret van Aagje Deken. Bekend was dat dit glas een pendant had met de gravure van Betje Wolff. De glazen werden bijvoorbeeld samen afgebeeld op de kaft van Onbreekbare Burgerharten. De historie van Betje Wolff en Aagje Deken (Nijmegen 2004). Maar ze bevonden zich lange tijd op verschillende locaties. Beide portretten zijn door glasgraveur David Wolff (1732-1798 en geen familie van) aangebracht door middel van een stippelgravure. Hij baseerde zich op een prent die werd gebruikt als titelblad voor het boek Fabelen van Wolff en Deken dat in 1784 verscheen.
Zeldzame gestipte vrouwenportretten
De stippelgravure is nauw verbonden met de politieke strijd tussen patriotten en Oranjegezinden eind 18de eeuw. Beide partijen gebruikten glazen met gestipte portretten van hun mannelijke helden om mee te toosten. Gestipte formele vrouwenportretten komen nauwelijks voor, met uitzondering van Wilhelmina van Pruisen (1751-1820), de echtgenote van stadhouder Willem V. Van de prinses zijn meerdere glazen bekend, van de burgervrouwen Wolff en Deken slechts één exemplaar. Momenteel doet het Rijksmuseum onderzoek of ook andere op glas gestipte vrouwenportretten zijn bewaard of zijn beschreven. Mogelijk was de politieke overtuiging van Wolff en Deken en hun aansluiting bij de patriotten reden om deze glazen te laten maken.
Minitentoonstelling
Het glas met het portret van Betje Wolff werd aangeboden op een Duitse veiling, als onderdeel van een particuliere verzameling. Het Rijksmuseum werd getipt door het Betje Wolff Museum in Midden-Beemster en kon het glas ondanks de coronacrisis aankopen met financiële hulp van een particuliere schenker. Ter gelegenheid van de aanwinst en samenkomst van de pendanten heeft het Rijksmuseum een minitentoonstelling ingericht. De glazen zijn te zien samen met de portretprent waarop glasgraveur David Wolff zich baseerde. Ook worden er verschillende andere prenten en boeken van Wolff en Deken uit de collectie van het Rijksmuseum getoond. De presentatie is te zien in het prentenkabinet van de 18de eeuw, zaal 1.8. De nabijgelegen zaal, 1.10 toont verschillende stippelgravures die refereren naar de patriottenstrijd.
Onmisbare steun
Het Rijksmuseum is dankbaar voor alle vormen van steun die het in deze moeilijke periode mocht ontvangen. Meer dan ooit is duidelijk dat subsidie van de overheid, bijdragen van het bedrijfsleven en fondsen, schenkingen, nalatenschappen en Vrienden essentieel zijn en blijven voor het Rijksmuseum.