Het Rijksmuseum is zich bewust van de vraag naar de rechtmatigheid en rechtvaardigheid van het beheren van objecten die als koloniale verwervingen in hun collecties terecht zijn gekomen. Bij het beantwoorden van die vraag is het van essentieel belang om de herkomstgeschiedenis van deze objecten te kennen. Het Rijksmuseum is daarom participant geweest in het samenwerkingsproject PPROCE, en is nu onderdeel van Pressing Matter. Daarnaast heeft het museum bijgedragen aan de adviescommissie Nationaal Beleidskader Koloniale Collecties van de Raad voor Cultuur.

Pressing Matter (2021 – 2025)

Pressing Matter onderzoekt hoe koloniale objecten kunnen bijdragen aan de omgang met het koloniale verleden en de doorwerking daarvan in de huidige en toekomstige maatschappij, zowel nationaal als internationaal. Dat doet zij onder andere door de herkomstgeschiedenis van objecten bloot te leggen, de waarden en diverse concepten van eigenaarschap die aan objecten worden gegeven door verschillende belanghebbenden vast te leggen, en door uit te proberen hoe een actieve omgang met koloniale collecties zou kunnen bijdragen aan verzoening in historisch complexe maatschappelijke verhoudingen.

Pressing Matter is een vierjarig internationaal onderzoeksprogramma naar koloniaal erfgoed, gefinancierd door de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) en gecoördineerd vanuit de Vrije Universiteit Amsterdam. Partners zijn het Nationaal Museum van Wereldculturen, Museum Bronbeek, Museum Vrolik, Rijksmuseum, de musea van de Universiteit Utrecht en Groningen Universiteit, Stichting Academisch Erfgoed en NIOD – Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Maatschappelijke partners zijn Imagine IC, The Black Archives, HAPIN Papua Support Foundation, Rijksacademie, Framer Framed en de Peace Palace Library, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en DutchCulture.

PPROCE 2019 - 2022

Het Pilotproject Provenance Research on Objects of the Colonial Era (PPROCE) had tot doel het ontwikkelen van een methodiek voor herkomstonderzoek naar collecties met een koloniale context. Het project was een opdracht van de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en was een samenwerking tussen het Expertisecentrum Restitutie van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies, het Nationaal Museum van Wereldculturen en het Rijksmuseum.

PPROCE heeft zich gericht op een aantal geselecteerde casussen uit Indonesië en Sri Lanka, deels afkomstig uit de Rijksmuseumcollectie. Het betreft bijvoorbeeld objecten die als gevolg van koloniale conflicten in Nederlandse handen zijn gekomen, die verzameld zijn door koloniale instituten of via particuliere verzamelaars in het bezit van de Nederlandse Staat zijn geraakt.

Bij dit onderzoek is nauw samengewerkt met onderzoekers uit Indonesië en Sri Lanka. Het Rijksmuseum streeft naar een open en gelijkwaardige dialoog met de herkomstlanden. Het herkomstonderzoek moet recht doen aan de verschillende culturele en politieke betekenissen van objecten in (voormalige) koloniserende en gekoloniseerde landen.

Het onderzoek heeft geleid tot een rapport voor de minister van OCW, met conclusies en aanbevelingen over herkomstonderzoek naar objecten uit het koloniale tijdperk. Daarnaast staan hieronder 50 herkomstverslagen van specifieke objecten/objectgroepen. De bevindingen zijn ook bruikbaar voor andere musea met vergelijkbare objecten.

Eindrapporten

Tussenrapporten