Aan de slag met de collectie:
Borstbeeld van Sint-Frederik
Elias Scerpswert, 1362
In dit borstbeeld zat ooit een deel van de schedel van de Utrechtse bisschop Frederik. Nadat Frederik in 838 was vermoord, werd hij heilig verklaard. Zijn schedel zou als een belangrijk reliek vereerd worden. De zilversmid Scerpswert maakte er deze kostbare houder voor, in de vorm van een portret van de bisschop. Gelovigen konden het aansprekende voorwerp op christelijke feestdagen zien en vereren.
- Soort kunstwerkreliquiarium
- ObjectnummerBK-NM-11450
- Afmetingenbuste: hoogte 26,5 cm, geheel: hoogte 45,2 cm, breedte 24,2 cm x diepte 17,5 cm
- Fysieke kenmerkendeels verguld zilver


Identificatie
Titel(s)
Reliekhouder, borstbeeld van de H. Fredericus
Objecttype
Objectnummer
BK-NM-11450
Beschrijving
Reliekhouder voor een deel van de schedel van de H. Fredericus, gedreven, gedeeltelijk verguld en staande op een rand van open traceerwerk. De schouders zijn bekleed met een kazuifel, waarop ingedreven rankenornament en vogels op een geponste grond. Daarboven draagt hij de amict, versierd met draken en ranken in reliëf. De wijduitstaande krullen, die het gehele hoofd omsluiten, zijn aan de zijkanten symmetrisch gerangschikt. De stoppelbaard is door licht graveerwerk aangeduid. Op het hoofd, dat in de kruin een ronde opening heeft, is een losse mijter geplaatst met symmetrische motieven in open traceerwerk. Daarachter zijn klemmen zichtbaar, waarin waarschijnlijk een grond van émail gevat was. De punten aan voor- en achterzijde hebben een kruisbloem als bekroning, waarop vermoedelijk een edelsteen bevestigd is geweest. Aan de onderzijde is de reliekhouder afgesloten door een vlakke plaat, waarop in Gothische letters de inscriptie: '+ano dni mo ccco lxiio decan' + captm sti saluator tiecten / me ex tuba // ptut innovaca exhi + fi' fecerut p elya / scerpswert aurifabru'.
Opschriften / Merken
inscriptie, op de sluitplaat aan de onderzijde, graveren: ‘'+ano dni mo ccco lxiio decan' + captm sti saluator tiecten / me ex tuba // ptut innovaca exhi + fi' fecerut p elya / scerpswert aurifabru'’
Catalogusreferentie
- C.A. Rutgers, Jan van Arkel, bisschop van Utrecht, Groningen, 1970, p. 214-215, 240.
- J. Kalf, 'Een veertiend' eeuwsche reliekschrijn : caput S. Frederici episcopi', De Katholiek, godsdienstig, geschied- en letterkundig maandschrift 116 (1899), p. 350-370.
- A. Darcel, 'L'expostion rétropective d'Amsterdam', Gazette des Beaux-Arts 28 (1883), nr. 11, p. 322.
- H.F. van Heussen, Batavia sacra, sive res gestae apostolicorum virorum, qui fidem Bataviae primi intulerunt, Brussel, 1714, dl. 1, p. 103.
- H.F. v[an] H[eussen en H. v[an] R[ijn], Batavia Sacra : Kerkelijke historie van Batavia of levens der Utrechtse Bisschoppen, Antwerpen, 1715, p. 520-521.
- W.J.A. Visser, 'Relieken van den H. Willibrordus die in 1301 aan de Oudmunsterkerk te Utrecht ten geschenke zijn gegeven', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 57 (1933), p. 203.
- P. Albers, 'De H. Frederik, VIIIe bisschop van Utrecht', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 20 (1893), p. 61-64, 259-349.
- 'Aanteekeningen : Reliquien uit Utrecht door de Franschen in 1673 medegenomen', De Navorscher 10 (1860), p. 273.
- E. Molinier, 'Préface', Catalogue des objets d'art et de haute curiosité composant la collection de feu M. Charles Stein et dont la vente aura lieu Galerie Georges Petit. Parijs 8-10 juni 1899, nr. 39.
- H. Schrade, 'Zur Frühgeschichte der mittelalterlichen Monumentalplastik', Westfalen 35 (1957) I, p. 33-64.
- A. Matthaeus, Fundationes et fata ecclesiarum praesertim quae Ultrajecti et in ejusdem suburbiis et passim alibi in dioecesi, Leiden, 1704, (herdruk Utrecht, 1710), p. 63.
- A.A.J. van Rossum, 'Kerkelijke plechtigheden in de St. Salvatorkerk te Utrecht' , Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 3 (1876), p. 109-259.
- J.F.M. Sterck, 'Caput St Frederici Episcopi', Het jaarboekje van Alberdingk Thijm : Almanak voor Nederlandsche Katholieken 49 (1900), p. xxxvii-xxxix.
- A. Pit, 'De zilveren reliekschrijn van Elyas Scerpswert', Bulletin uitgegeven door den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (1899/1900), nr. 2, p. 49; nr. 3, p. 65-70.
- J.D. Frenay, 'Aanteekeningen betreffende de Leidsche pastoors sedert "De Hervorming" tot aan de Herstelling" : van 1557-1857', Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 8 (1880), p. 56-85.
- L. Surius, De probatis sanctorum vitit, quas tam ex mss. codicibus, quam ex aditis authoribus, Keulen, 1618, p. 221.
- J.J. Rorimer, 'A reliquary bust made for Poggio Bracciolini', Bulletin of the Metropolitan Museum of Art juni (1956), p. 246-251.
- J. Bolland, Acta Sanctorum, Antwerpen, 1725, p. 454.
- G. Brom, 'Kerksieraden van Oudmunster', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 27 (1901), p. 380, 389, 390, 396, 398, 399.
- Mariët Westermann, 'What's on at the new Rijks', Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek (2015), p. 31, afb. 6.
- L.E. Hoogterp, 'Ik goudsmid maak kostelijke dingen', Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 29 (1985), p. 10-14.
- J. Braun, Die Reliquiare des christlichen Kultus und ihre Entwicklung, Freiburg im Breisgau, 1940, p. 419.
- W.J.A. Visser, 'Een inventaris van kerksieraden uit 1609, toebehoorende aan de Oudmunster te Utrecht', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 58 (1934), p. 187
- W.J.A. Visser, 'Verschil van Opvatting', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 58 (1934), p. 203.
- J.C. Overvoorde, 'Altaar en schilderijen uit de kerk der oud-katholieken te Leiden', Oudheidkundig Jaarboek, Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, derde serie, 7 (1927), p. 12.
Vervaardiging
Vervaardiging
zilversmid: Elias Scerpswert, Utrecht
Datering
1362
Zoek verder op
Materiaal en techniek
Fysieke kenmerken
deels verguld zilver
Materiaal
Techniek
Afmetingen
- buste: hoogte 26,5 cm
- geheel: hoogte 45,2 cm
- breedte 24,2 cm x diepte 17,5 cm
Dit werk gaat over
Persoon
Onderwerp
Tentoonstellingen
Verwerving en rechten
Credit line
Aankoop met steun van de Vereniging Rembrandt en het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap
Copyright
Documentatie
- C.A. Rutgers, Jan van Arkel, bisschop van Utrecht, Groningen, 1970, p. 214-215, 240.
- J. Kalf, 'Een veertiend' eeuwsche reliekschrijn : caput S. Frederici episcopi', De Katholiek, godsdienstig, geschied- en letterkundig maandschrift 116 (1899), p. 350-370.
- A. Darcel, 'L'expostion rétropective d'Amsterdam', Gazette des Beaux-Arts 28 (1883), nr. 11, p. 322.
- H.F. van Heussen, Batavia sacra, sive res gestae apostolicorum virorum, qui fidem Bataviae primi intulerunt, Brussel, 1714, dl. 1, p. 103.
- H.F. v[an] H[eussen en H. v[an] R[ijn], Batavia Sacra : Kerkelijke historie van Batavia of levens der Utrechtse Bisschoppen, Antwerpen, 1715, p. 520-521.
- W.J.A. Visser, 'Relieken van den H. Willibrordus die in 1301 aan de Oudmunsterkerk te Utrecht ten geschenke zijn gegeven', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 57 (1933), p. 203.
- P. Albers, 'De H. Frederik, VIIIe bisschop van Utrecht', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 20 (1893), p. 61-64, 259-349.
- 'Aanteekeningen : Reliquien uit Utrecht door de Franschen in 1673 medegenomen', De Navorscher 10 (1860), p. 273.
- E. Molinier, 'Préface', Catalogue des objets d'art et de haute curiosité composant la collection de feu M. Charles Stein et dont la vente aura lieu Galerie Georges Petit. Parijs 8-10 juni 1899, nr. 39.
- H. Schrade, 'Zur Frühgeschichte der mittelalterlichen Monumentalplastik', Westfalen 35 (1957) I, p. 33-64.
- A. Matthaeus, Fundationes et fata ecclesiarum praesertim quae Ultrajecti et in ejusdem suburbiis et passim alibi in dioecesi, Leiden, 1704, (herdruk Utrecht, 1710), p. 63.
- A.A.J. van Rossum, 'Kerkelijke plechtigheden in de St. Salvatorkerk te Utrecht' , Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 3 (1876), p. 109-259.
- J.F.M. Sterck, 'Caput St Frederici Episcopi', Het jaarboekje van Alberdingk Thijm : Almanak voor Nederlandsche Katholieken 49 (1900), p. xxxvii-xxxix.
- A. Pit, 'De zilveren reliekschrijn van Elyas Scerpswert', Bulletin uitgegeven door den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (1899/1900), nr. 2, p. 49; nr. 3, p. 65-70.
- J.D. Frenay, 'Aanteekeningen betreffende de Leidsche pastoors sedert "De Hervorming" tot aan de Herstelling" : van 1557-1857', Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 8 (1880), p. 56-85.
- L. Surius, De probatis sanctorum vitit, quas tam ex mss. codicibus, quam ex aditis authoribus, Keulen, 1618, p. 221.
- J.J. Rorimer, 'A reliquary bust made for Poggio Bracciolini', Bulletin of the Metropolitan Museum of Art juni (1956), p. 246-251.
- J. Bolland, Acta Sanctorum, Antwerpen, 1725, p. 454.
- G. Brom, 'Kerksieraden van Oudmunster', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 27 (1901), p. 380, 389, 390, 396, 398, 399.
- Mariët Westermann, 'What's on at the new Rijks', Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek (2015), p. 31, afb. 6.
- L.E. Hoogterp, 'Ik goudsmid maak kostelijke dingen', Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 29 (1985), p. 10-14.
- J. Braun, Die Reliquiare des christlichen Kultus und ihre Entwicklung, Freiburg im Breisgau, 1940, p. 419.
- W.J.A. Visser, 'Een inventaris van kerksieraden uit 1609, toebehoorende aan de Oudmunster te Utrecht', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 58 (1934), p. 187
- W.J.A. Visser, 'Verschil van Opvatting', Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 58 (1934), p. 203.
- J.C. Overvoorde, 'Altaar en schilderijen uit de kerk der oud-katholieken te Leiden', Oudheidkundig Jaarboek, Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, derde serie, 7 (1927), p. 12.
Duurzaam webadres
Als u naar dit object wilt verwijzen, gebruik dan de duurzame URL:
Vragen?
Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!