In de tweede helft van de 17de eeuw komt er een eind aan de Tachtigjarige oorlog met Spanje. De welvaart die de burgers in de eerste helft van de eeuw hebben opgebouwd, gaan ze nu steeds meer tonen.
In deze aflevering zie je hoe twee groepen zich ontwikkelen tot belangrijke opdrachtgevers en smaakmakers voor de kunsten: aan de ene kant de burgerlijke elite, bijvoorbeeld met het nieuwe stadhuis in Amsterdam, een ongekend groot gebouw, een eerbetoon aan de macht van de stad. Aan de andere kant het hof van de stadhouders, de Oranjes.
De rijke burgers vermaken hun gasten graag met bijzondere voorwerpen, zoals met een poppenhuis ingericht als een echt grachtenhuis. Kunstenaars als Pieter de Hooch en Johannes Vermeer maken hun mooiste werken, en Rembrandt maakt in deze tweede helft van de eeuw zijn Joodse bruidje.
De fascinatie voor Chinees porselein leidt ertoe dat er in Delft een Nederlandse variant wordt ontwikkeld: het Delfts aardewerk.
Bekijk de Rijksstudio verzameling met een greep uit de beelden die in deze aflevering behandeld zullen worden.