{{ 1 | leadingZero }}
Veeschilder van huis uit
Mauve leerde het vak van Pieter Frederik van Os, in diens schildersatelier in het stadhuis van Haarlem. Een kleine schets van een bok, een hertengewei en een hoefijzer maken duidelijk dat Van Os vooral een dierschilder was. Een jonge leerling knielt voor de monumentale 17de-eeuwse schouw en neemt de tekeningenportefeuille door.
{{ 2 | leadingZero }}
Studies voor het leven
Op het atelier van Van Os en later bij de paardenschilder Wouter Verschuur werd Mauve vooral aan het tekenen gezet. Zo ontstond een getekend geheugen waar hij blijvend op kon terugvallen.
{{ 3 | leadingZero }}
Haagse School
De Haagse School werd ook wel de grijze school genoemd, omdat veel van deze schilders een voorkeur hadden voor gedempte tonen in een grijs licht. Ook Mauve koos liever voor een zacht koel licht zonder sterke contrasten in plaats van dramatische luchten of fel zonlicht. Zijn palet bestaat uit de tinten van de natuur.
{{ 4 | leadingZero }}
Mondain Den Haag
Een enkel maal schilderde Mauve het mondaine Den Haag, zoals in deze aquarel van ruiters op een wintermorgen in het Haagse Bos. Net als in het schilderij De morgenrit (header) is zijn training als veeschilder te herkennen in de trefzekere behandeling van de in het verkort weergegeven paarden.
{{ 5 | leadingZero }}
Vissers en keuterboeren
Behalve voor chique badgasten had Mauve vooral oog voor het harde leven van de vissers die in de schrale zandgrond van de duinen aardappelveldjes onderhielden. Die karigheid wordt uitgedrukt door de toon van de aquarel: de kleur is nergens uitgesproken, het licht wordt getemperd door de grijze wolken.
{{ 6 | leadingZero }}
School van Barbizon
De meesters van de Haagse School waren geïnspireerd door een groep Franse schilders, die werkten in het dorp Barbizon. Ze hadden een meer realistische kijk op de natuur dan de romantische landschapschilders en deelden het leven met de boeren en dorpelingen. Dat gold ook voor Mauve, die zijn Haagse atelier in de duinen bouwde.
{{ 7 | leadingZero }}
Laren
Mauve noemde zichzelf een echte ‘buitenman’ en toen Den Haag verstedelijkte, werkte hij vanaf 1882 in Laren, een dorp op de kale heidegronden ten oosten van Amsterdam. Hier schilderde hij met regelmaat de groente-en fruittuintjes bij de kleine boerderijen.
{{ 8 | leadingZero }}
'Sheep coming, sheep going’
De schapenkuddes op de heide werden een zeer populair onderwerp. Op de Engelse en Amerikaanse markt werd de vraag ernaar zo groot dat de handelaren Mauve kortweg – en nogal flauw - vroegen om een voorstelling met ‘sheep coming’ of ’sheep going’.
{{ 9 | leadingZero }}
Meester van de aquarel
Behalve olieverf was waterverf hét medium waarin Mauve uitblonk. Hij wist de transparantie van de aquarel maximaal te benutten.’De door en door natte atmosfeer is zo goed getroffen dat men er natte voeten van krijgt als men er lang naar kijkt’, schreef een recensent.
{{ 10 | leadingZero }}
Het land van Mauve
Door zijn werk en zijn welwillende persoonlijkheid was Mauve zeer geliefd bij jonge kunstenaars. Nadat hij zich in 1885 blijvend in Laren had gevestigd, ontstond daar rondom de schilder een ware kunstenaarskolonie. Helaas stierf hij onverwacht in 1888, slechts 49 jaar oud. Maar Laren is tot op de dag van vandaag met zijn naam verbonden.